Benodigdheden
Meer informatie
Wat moet je in huis hebben?
Het is handig om vanaf 37 weken zwangerschapsduur een aantal dingen klaar te hebben staan.
Het is handig om je bed op hoogte te hebben staan vanaf deze termijn. Je bed moet tenminste 75 cm hoog zijn, vanaf de bovenkant van het matras tot aan de vloer. Dit is voor zowel een thuisbevalling als bij een bevalling in het ziekenhuis nodig. Je kunt hiervoor klossen (bedverhogers) lenen bij de thuiszorgwinkel. Daarnaast kun je hier ook een douchekruk, een ondersteek en rugsteun lenen. Dit wordt vergoed vanuit je zorgverzekering.
Het is ook altijd handig om een waterdichte molton om je bed te hebben, om je bed te kunnen beschermen. Dit is ook voor zowel een thuisbevalling als een bevalling in het ziekenhuis.
Ook het kraampakket is goed om in huis te hebben. Deze kun je vaak aanvragen via je zorgverzekering, indien deze niet vergoed wordt door de zorgverzekering is deze online te bestellen.
- Het bed op klossen (of kratjes), tenminste 75 cm vanaf de bovenkant van de matras tot de grond.
- 2 kruiken met kruikenzakken.
- 2 thermometers (1 voor kind en 1 voor moeder, géén oorthermometer).
- 10 gewassen, hydrofiel luiers.
- Het kraampakket (check even of alle benodigdheden erin zitten en stop dan alles weer in de doos).
- 2 emmers met 2 vuilniszakken.
- Druivensuiker.
- 2 mutsjes voor de baby.
- Babykleertjes (romper, truitje, broekje, sokjes en luier).
- Warme sokken en ruim shirt voor moeder.
- Een goed verwarmde kamer (20-22 graden).
- Fototoestel (met volle/opgeladen batterijen en voldoende ruimte op de geheugenkaart).
- Een groot stuk zeil of plastic.
- Een zaklamp met volle batterijen.
- Ondersteek (po) Deze is verkrijgbaar bij zorgwinkel.
- Ziekenhuistas met spullen voor jou en de baby (zie benodigdheden verplaatste thuisbevalling/medium risk).
- Vervoer, voldoende benzine.
- Maxi-Cosi (het is handig alvast een keer te oefenen met het vastmaken hiervan in de auto).
- Een ponsplaatje van het ziekenhuis (als je die hebt) en identiteitsbewijs en verzekeringspasje
- Spullen voor jezelf (extra kleren, ruim shirt om in te bevallen, warme sokken, slippers, ondergoed en toiletartikelen)
- Voor de baby: 2 rompertjes, 2 truitjes, 2 broekjes, mutsje, sokjes, jasje en een omslagdoek
- Fototoestel met volle/opgeladen batterijen en voldoende ruimte op geheugenkaart
- Een Maxi-Cosi (het is handig alvast een keer te oefenen met het vastmaken hiervan in de auto)
- Euromunt voor de rolstoel
- Druivensuiker
Mocht je geen kraampakket van je zorgverzekeraar ontvangen, dan kun je deze spullen bij de apotheek of drogist zelf aanschaffen. Het kraampakket dient in ieder geval het volgende te bevatten:
- Een navelklem steriel verpakt
- Een matrasbeschermer (groot blauw/groen zeil)
- 1 kraammatras van 60×90
- 10 celstof onderleggers
- 2 pakken kraamverband
- 2 pakken steriel gaasjes 5x5cm
- 1 pak steriele gaaskompressen 10×10 cm
- Verband/zigzagwatten
- 1 flesje alcohol 70%
Baringspijn en houdingen
Meer informatie
Baringspijn en -houdingen
Bevallen is een unieke gebeurtenis. Hoe je de bevalling beleefd is voor iedereen anders, ook hoeveel pijn je zult ervaren kan niemand voorspellen. Wel weten we dat je lichaam goed met pijn om kan gaan. Je lichaam maakt oxytocine aan, het hormoon dat voor weeën zorgt en daarnaast maakt je lichaam ook endorfines aan, dit is een natuurlijke pijnverlichter.
Naast dat je lichaam zelf een pijnverlichter aanmaakt, kan het ook helpen om warmte toe te passen en regelmatig te wisselen van houdingen tijdens de bevalling.
Een goede voorbereiding op de bevalling is het halve werk. Lees folders, tijdschriften en boeken over bevallen. Bezoek onze informatiebijeenkomst. Stel vooral ook al je vragen op het spreekuur. Volg een zwangerschapscursus en oefen alvast met ademhalingstechnieken. Dit allemaal zorgt er voor dat je je tijdens de bevalling beter kunt ontspannen, waardoor je minder last hebt van de pijn. Je weet wat er kan gebeuren en wat je zelf kunt doen. Zo krijg je meer controle en vertrouwen dat je de bevalling aankunt.
Een heel scala aan mogelijkheden kan pijnverlichtend werken. Een aangename omgeving, rustige buikademhaling, een douche of bad, warme voeten en massage. Ook iemand die er is om je te steunen en verschillende houdingen kunnen je helpen om te gaan met de pijn. Het gebruik van de TENS is een optie, waarmee je thuis je pijn kunt verlichten. Mocht het nodig zijn, dan is er de mogelijkheid voor medicinale pijnverlichting/pijnstilling. Hieraan zitten alleen ook risico’s en mogelijke bijwerkingen.
In het ziekenhuis kun je pijnverlichtende of pijnstillende medicatie krijgen. Er zijn twee mogelijkheden: remifentanyl of de ruggenprik (epiduraal). Wanneer er sprake is van medicinale pijnverlichting/stilling dan zal je bevalling verder begeleid worden door de arts-assistent of klinisch verloskundige.
Het is goed om te weten dat wanneer je kiest voor pijnstilling je dit niet direct zal krijgen. Je wordt overgedragen aan de arts-assistent of klinisch verloskundige in het ziekenhuis. Dan willen we weten hoe ver je bent in de bevalling, dit ook om een keuze te maken welke pijnstilling geschikt is. Daarnaast willen we ook weten of het goed gaat met jullie kindje, daarvoor maken we altijd eerst een hartfilmpje van minimaal 30 minuten.
Met elkaar maken we een keuze over welke vorm van pijnbestrijding het beste past.
Weeën opvangen kan in veel houdingen. Ook zijn er verschillende houdingen mogelijk om te persen. Vanuit de media en films wordt vaak het beeld gegeven van een barende die op haar rug op een bed ligt. Het liefst een bed dat in hoogte verstelbaar is en dan ook een grote lamp erbij. Dit is bedacht door de zorgverlener, zodat hij de bevalling makkelijk kan begeleiden en goed zicht heeft. Voor de barende zelf is het eigenlijk de onnatuurlijkste houding die er bestaat. Tijdens de ontsluiting vinden vrouwen het vaak prettig om in beweging te blijven, te wiebelen of te hangen. Voor het persen kan een verticale houding helpen, omdat de zwaartekracht dan ook zijn werk doet. Varieer in houding, zodat je kunt ontdekken welke houding voor jou het prettigst is.
Eén van de mogelijkheden voor een bevalling is een badbevalling. Dit heeft veel voordelen. Wij begeleiden met regelmaat bevallingen in het water. Door de warmte van het water kun je jezelf beter ontspannen. De warmte helpt in de aanmaak van de oxytocine, waardoor de weeën vaak beter hun werk doen. De warmte werkt pijn verlichtend en zorgt er voor dat je de pijn van de bevalling beter kunt hanteren. Wil je de geboorte zelf ook graag in bad laten plaatsvinden, zorg dan voor een bevalbad. Een gewoon bad in de badkamer heeft namelijk te weinig ruimte om goed in te bewegen en het kindje geboren te laten worden. Zorg altijd voor een bed of andere mogelijkheid om op te kunnen gaan liggen in de buurt van het bad. Mocht je tijdens de bevalling toch uit bad willen of als het medisch gezien noodzakelijk is, dan kan dit meteen. Wij zijn allemaal gespecialiseerd in het begeleiden van bevallingen in bad.
Voor meer informatie over het huren van een bevalbad kun je onder andere kijken op de website van bevallingsbaden, aveta of de Oerbron.
Wij kunnen je bevalling in alle mogelijke houdingen begeleiden, mits het natuurlijk medisch verantwoord is. Vaak geven wij tijdens de bevalling ook tips ten aanzien van de houdingen, dit kan zijn om het voor jou comfortabeler te maken en soms ook om de bevalling beter te laten verlopen. Wij zijn allemaal gespecialiseerd in het begeleiden van badbevallingen en van bevallingen op de baarkruk. De baarkruk hebben we altijd bij ons.
Verloop van de bevalling
Meer informatie
Verloop van de bevalling
In het verloop van de bevalling onderscheiden we vier fasen; de ontsluiting, de uitdrijving, het nageboorte tijdperk en het vierde tijdperk (ook wel de postplacentaire periode genaamd). Wat deze fases betekenen is te vinden in onze tijdlijn.
Om goed voor bereid te zijn op de bevalling geven we jullie informatie over het beloop van de bevalling en bieden we een informatieavond aan over bevallen.
In het begin van de ontsluitingsfase komen de weeën nog niet heel regelmatig, duren ze nog niet zo lang en zijn ze nog niet heel krachtig. In deze fase wordt de baarmoedermond weker en korter (verweken en verstrijken) en zal zich iets gaan openen. De duur van deze fase kan zeer variëren. Gemiddeld duurt deze fase acht tot twaalf uur bij een eerste bevalling. Het niveau van de weeënhormonen in je lichaam is nog niet zo hoog. Het kan soms zelfs zijn dat de weeën weer afzakken en de bevalling toch op zich laat wachten. Een warme douche kan ontspanning bieden. Probeer in deze fase je aandacht nog niet teveel te richten op de weeën. Probeer wat afleiding te vinden en gewoon dingen te blijven doen. Je hoeft niet te klokken hoe vaak de weeën komen, probeer ’s nachts gewoon te gaan slapen.
Deze fase kenmerkt zich door regelmatige weeën die minstens een minuut aanhouden en pijnlijk zijn. De weeën gaan steeds
vaker komen, langer duren, heftiger en pijnlijker worden. De ontsluiting gaat doorzetten en het hoofdje zal verder indalen. Aan het eind van deze fase heb je volledige ontsluiting. Om de weeën op te vangen kun je ademhalingstechnieken en ontspanningsoefeningen van een zwangerschapscursus gebruiken. Douchen of in bad gaan helpt vaak om beter te kunnen ontspannen en de weeën effectief hun werk te laten doen. Er zijn veel verschillende houdingen die je bij het opvangen van de weeën kunt uitproberen. Probeer regelmatig te plassen, een volle blaas kan de weeën belemmeren. Naarmate de ontsluiting vordert, zullen de weeën zo krachtig en heftig worden, dat het moeilijker wordt ze op te vangen. Dit is een goed teken, het geeft vaak aan dat je rond 8 cm ontsluiting zit en dit is voor de meeste vrouwen zo pijnlijk en heftig, dat ze het niet meer zien zitten. Over het algemeen ben je dan bijna het persen toe. In het laatste stuk van de ontsluiting, ook wel de wanhoopsfase, genoemd is steun van je partner en goede coaching van extra belang. Aan het eind van deze fase kun je ook al wat persdrang (gevoel dat je moet poepen) krijgen.
De duur van de ontsluitingsfase kan verschillen en hangt onder andere samen met de kracht van de weeën en of het je eerste kind is of dat je al eerder bevallen bent.
Bij volledige ontsluiting (10cm) gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën. Het voelt alsof je heel erg moet poepen, dat is persdrang. Dit is de tijd waarin gestart kan worden met het persen. Het persen kan in verschillende houdingen zoals staand, zittend of liggend. Wij hebben altijd een baarkruk bij ons waarvan je gebruik kunt maken. Tijdens de uitdrijvingsfase worden de pauzes tussen de weeën soms wat langer, zodat jij en je baby de tijd hebben even bij te komen. Na iedere perswee luisteren wij naar de harttonen van de baby om de conditie goed in de gaten te houden. Bij een eerste kind duurt de uitdrijving vaak wat langer. De weg door het baringskanaal moet nog gebaand worden en dat kost meer tijd. In principe mag de uitdrijving bij een eerste kindje twee uur duren. Bij een volgende bevalling gaat het vaak wat sneller en mag de uitdrijving een uur duren. Tijdens het persen komt het hoofdje steeds een stukje dieper te liggen.
Soms zakt het na de wee weer iets terug. Als de baby bijna geboren is, kun je een stuk van het hoofdje zien. Als het hoofdje dan niet meer terugzakt, noemen wij dit “het staan” van het hoofd. Dat geeft een branderig gevoel. Probeer dan goed naar ons te luisteren, wij geven je instructies om te zuchten of nog een beetje mee te persen. Door het hoofdje rustig geboren te laten worden, laat je je bekkenbodem oprekken wat een kleinere kans geeft op fikse rupturen (uitscheuren). Wanneer het hoofdje staat, wordt je baby vaak binnen en paar weeën geboren.
Soms kan het gebeuren dat er tijdens het persen geen vordering optreedt, bijvoorbeeld omdat de weeën niet krachtig genoeg zijn of de ligging van de baby ongunstig is. Dan kan het nodig zijn de zorg over te dragen aan de gynaecoloog. Wij blijven dan natuurlijk bij je ter ondersteuning.
- Zorg voor een rustige, prettige omgeving
- Adem in via de neus en in kleine pufjes uit via de mond (buikademhaling).
- Probeer gebruik te maken van de pauze tussen de weeën om te ontspannen, douche of bad kan hierbij helpen.
- Houd je voeten warm, draag sokken.
- Massage van rug of benen door je partner kan ontspannend werken.
- Ga met de golf van de wee mee, ertegenin gaan belemmert de ontsluiting.
- Probeer de pijn te zien als functioneel, het zorgt voor de geboorte van je kind.
Na de geboorte wordt je baby bloot op jouw blote buik gelegd. In het eerste uur na de geboorte is het voor jou en de baby belangrijk om zoveel mogelijk ongestoord huid-op-huid contact te hebben. Hierdoor kan je baby onder andere zijn temperatuur en bloedsuikerspiegel beter op peil houden en kan hij op een rustige manier wennen aan de nieuwe omgeving. Ook op de hechting tussen jou en je kindje heeft dit huid-op-huid contact een positieve invloed.
Het kindje is na de geboorte nog met de navelstreng verbonden aan de moederkoek (placenta). Zodra de navelstreng uitgeklopt is, dit betekent dat de bloedvoorziening vanuit de placenta naar het kindje toe gestopt is, kunnen wij “afnavelen”. Bij het afnavelen plaatsen wij een cordring of een navelklem samen met een kocher op de navelstreng. Daarna mag je partner, of wie jullie dat willen laten doen, de navelstreng doorknippen.
De eerste minuten na de geboorte bepalen wij de Apgarscore van jullie kindje. Hierbij letten wij op vijf items; de hartfrequentie, de ademhaling, de spierspanning, de reactie op prikkels en de kleur van de huid. De maximale score is een tien. Deze score bepalen wij één, vijf en tien minuten na de geboorte en kan gewoon terwijl je baby bij jou ligt. Jullie merken hier in principe niets van.
Vervolgens dient de moederkoek met de vliezen nog geboren te worden. De moederkoek kan ook al geboren worden voor het “afnavelen”. Na de geboorte van je kind trekt de baarmoeder samen en hierdoor laat de moederkoek los van de baarmoederwand. Wanneer de baarmoeder goed samentrekt en jij nog een keer meeperst, kan over het algemeen de moederkoek geboren worden. Soms is het nodig een injectie te geven om de baarmoeder goed samen te laten trekken. Wij controleren na de geboorte van de moederkoek en de vliezen of deze compleet zijn en houden het bloedverlies bij jou in de gaten.
Soms kan het gebeuren dat de moederkoek niet vanzelf wil loslaten, ook al heb je al een injectie gehad, of kan er sprake zijn van te veel bloedverlies na de bevalling. Dat zijn redenen om alsnog de zorg over te dragen aan de gynaecoloog.
Nadat je baby de eerste (borst)voeding heeft gehad, kijken wij hem na en krijgt hij vitamine K met jullie toestemming. Wij wegen jullie kindje en kijken of er bijzonderheden zijn. Ook testen wij een aantal reflexen, zoals de zuigreflex, de grijpreflex van handen en voeten en de loopreflex. Als er geen bijzonderheden zijn, kan je kindje weer bij jou of je partner op de blote buik. Verder houden wij bij jou het bloedverlies in de gaten en kijken wij of het nodig is om te hechten. Hechten kunnen wij over het algemeen gewoon thuis doen en wij hebben daarvoor ook verdoving bij ons. Mocht de ruptuur te groot zijn, dan kan het alsnog een reden zijn naar het ziekenhuis te gaan om daar onder volledige verdoving gehecht te worden.
Als dit alles gedaan is, geven wij je informatie over het (borst)voeden van je baby en instructies wanneer je ons moet bellen. De kraamverzorgende of verpleegkundige zal je vervolgens helpen op te frissen en geeft jullie ook nog de nodige instructies en informatie en dan kan de kraamtijd beginnen.
Als je meer informatie wilt lezen over hoe je je kunt voorbereiden op je bevalling dan kun je hier de folder ‘Jouw bevalling, hoe bereid je je voor?’ lezen van de KNOV. Wij controleren na de geboorte van de moederkoek en de vliezen of deze compleet zijn en houden het bloedverlies bij jou in de gaten.
Soms kan het gebeuren dat de moederkoek niet vanzelf wil loslaten, ook al heb je al een injectie gehad, of kan er sprake zijn van te veel bloedverlies na de bevalling. Dat zijn redenen om alsnog de zorg over te dragen aan de gynaecoloog.
Uit onderzoek is gebleken dat continue begeleiding tijdens de bevalling veel voordelen heeft voor de barende en het proces van de bevalling. Het heeft een positieve invloed op bijvoorbeeld de duur van de baring en de beleving ervan. Het vermindert de kans op een kunstverlossing en het reduceert de behoefte aan medicamenteuze pijnmedicatie. Het vergroot de tevredenheid na de bevalling en helpt een postpartum depressie te voorkomen. Deze continue begeleiding kan door je partner, of een ander persoon die dichtbij je staat, gegeven worden. Het gaat erom dat jij je als barende gesteund en veilig voelt.
Wij streven er naar dat je tijdens de bevalling continu begeleid wordt, indien jullie dit wensen. Wanneer de bevalling goed op gang is dan blijft de dienstdoend verloskundige bij je. Mocht je al eerder extra ondersteuning nodig hebben, dan is het mogelijk de kraamverzorgende eerder te bellen die deze ondersteuning kan bieden. Zij is ook opgeleid om ondersteuning tijdens de bevalling te bieden.
Mocht er een overdracht plaatsvinden van de zorg aan de gynaecoloog, dan is de situatie anders. De zorg zal dan overgenomen worden door de klinisch verloskundige, arts-assistent of gynaecoloog. Er is dan een verpleegkundige om jullie te ondersteunen. Als de overdracht plaatsvindt in de laatste fase van de bevalling, dan proberen wij tot na de geboorte van jullie kindje te blijven.
Wanneer bellen?
Meer informatie
Wanneer bellen?
Als je voor 37 weken bloedverlies, gebroken vliezen of weeën ervaart, bel ons direct op het spoednummer. Deze periode vereist onmiddellijke actie. Bij weeën, gebroken vliezen of bloedverlies (met een harde buik) voor 37 weken zwangerschap bel je ons, zelfs ’s nachts.
Vanaf 37 weken tot 42 weken mag je onder onze begeleiding bevallen. Bel ons bij regelmatige weeën, verlies van vruchtwater of helderrood bloedverlies. Wees gerust, we hebben altijd alles bij ons voor noodsituaties.
De bevalling kan zich aankondigen met weeën, vruchtwaterverlies of wat slijm/bloedverlies.
Bij ongeveer 90% van de zwangeren begint de baring met weeën. Weeën kenmerken zich door een pijn die komt en gaat en waarvan de intensiteit toeneemt en de pijn langer aan gaat houden. De pijn komt op, wordt sterker en neemt dan weer af, als een soort golfbeweging.
Tijdens de gehele zwangerschap trekt de baarmoeder al geregeld samen. De meeste zwangeren ervaren dit als harde buiken. Hoe dichter je bij de bevalling komt, hoe makkelijker en vaker je baarmoeder zal samentrekken. Dit noemen we oefen- of voorweeën. Deze weeën kunnen je soms al wakker houden, maar zakken dan na een tijdje weer af. Soms zijn ze ook al best heftig, waardoor het lastig kan zijn te herkennen wanneer je bevalling echt gaat beginnen. Over het algemeen komen oefen- of voorweeën nog niet met een duidelijke regelmaat, houden ze kort aan en worden ze niet sterker. Deze weeën zijn nog niet het begin van de bevalling. In deze fase kun je ook de slijmprop verliezen. Deze prop bestaat vaak uit wat slijm met soms wat sliertjes bloed. De slijmprop zegt ook niets over het begin van de bevalling. Sommige zwangeren verliezen deze prop al drie weken voor hun bevalling en anderen verliezen geen of alleen maar wat kleine beetjes slijm.
De ontsluitingsweeën kenmerken zich over het algemeen door de regelmaat waarin ze komen, houden dan een minuut tot anderhalve minuut aan. Vaak merk je dat ze steeds pijnlijker en krachtiger gaan worden. Praten tijdens een wee lukt meestal niet meer. Je moet je echt concentreren op het opvangen van de wee. Ga je voor het eerst bevallen, bel ons dan wanneer je minstens een uur lang regelmatige weeën hebt die iedere drie minuten terugkomen en een minuut tot anderhalve minuut duren. Klok de tijd tussen het begin van de ene wee naar het begin van de volgende wee. Kijk eveneens hoe lang de wee aanhoudt. Ben je al eerder bevallen, bel ons dan als de weeën regelmatig komen om de 4 á 5 minuten en een minuut tot anderhalve minuut duren. Het kan zijn dat we wat anders met je afspreken, afhankelijk van hoe je eerdere bevalling(en) verlopen is (zijn).
In 10% van de gevallen begint de bevalling met het breken van de vliezen. Als je vliezen breken en je verliest vruchtwater, probeer dan een beetje vocht op te vangen in een glas en bekijk de kleur van het vruchtwater.
- Is het vruchtwater groenig of bruinig dan bel je ons altijd meteen, ook al is het midden in de nacht.
- Is het vruchtwater helder, soms zitten er witte/rozige vlokjes in en het is overdag tussen 9.00 en 20.00 uur bel ons dan ook. Dan spreken we met je af wanneer we de controles bij je komen doen.
- Is het vruchtwater helder en is het avond of nacht, vang dan een beetje vruchtwater op en bel ons de volgende ochtend. Probeer gewoon te gaan slapen, het kan namelijk even duren voordat je weeën gaat krijgen.
- Als het hoofdje van de baby niet was ingedaald, dit vertellen we je dan altijd uitdrukkelijk bij de controle op het spreekuur, dan bel je ons ook direct na het breken van de vliezen, ongeacht de kleur van het vruchtwater. Ga zo snel mogelijk liggen en blijf liggen, tot wij de controles gedaan hebben en aangeven dat liggen niet meer nodig is.
Helder vruchtwater is waterig, grijs-wit troebel van kleur, soms met wat witte of rozige vlokjes. Vruchtwater heeft een zoetige geur (niet zurig zoals urine of wee als afscheiding). Als de vliezen gebroken zijn, blijft het vruchtwater meestal aflopen en heb je de hele tijd een natte onderbroek. Vruchtwater wordt continu aangemaakt, waardoor je baby niet “droog” komt te liggen. Als de vliezen gebroken zijn, kan de bevalling nog op zich laten wachten. Zolang je geen weeën hebt, komt de ontsluiting niet op gang en wordt de baby nog niet geboren.
Houd bij gebroken vliezen de volgende voorschriften in acht:
- Vang wat vruchtwater op in een glas, bewaar het maandverband of onderbroek met vruchtwater.
- Je mag geen gemeenschap (seks) hebben in verband met een verhoogde kans op infectie.
- Je mag niet in bad in verband met een verhoogde kans op infectie, je mag wel gewoon onder de douche.
- Houd je eigen temperatuur in de gaten, ongeveer om de acht uur. Bij een lichaamstemperatuur van 38C of hoger moet je ons bellen.
- Zorg voor goede hygiëne, verschoon regelmatig je maandverband of onderbroek en spoel na toiletbezoek je vagina uitwendig goed schoon.
Een beetje helderrood bloedverlies tijdens de bevalling mag. Soms kan dit gepaard gaan met wat slijmverlies en lichte weeën. Door het verweken, verstrijken en openen van de baarmoedermond kan er een bloedvaatje knappen dat dit bloedverlies veroorzaakt. Dit kan geen kwaad. Bij teveel bloedverlies bel je ons, hierbij moet je denken aan bloedverlies evenveel of meer dan bij een menstruatie of wanneer je grote stolsels verliest.
Wanneer je bloedverlies hebt, je vliezen gebroken zijn of wanneer je weeën hebt vóór 37 weken zwangerschapsduur, dan bel je ons altijd direct op het spoednummer 06-22570507. Je zit dan namelijk nog niet in de uitgerekende periode en daarom zal er meteen actie ondernomen moeten worden.
Dus bij weeën, gebroken vliezen of helderrood bloedverlies (in combinatie met plankharde buik) vóór 37 weken zwangerschapsduur bel je ons altijd direct. Ook in de nacht!
Vanaf 37 weken tot 42 weken zwangerschapsduur is de uitgerekende periode en mag je onder onze begeleiding bevallen. Dan hoef je niet meteen te bellen, omdat een bevalling over het algemeen ook wel even tijd neemt. Bel ons dan bij:
- Weeën, wanneer je een uur lang weeën hebt die om de 3 à 4 minuten komen en een minuut tot anderhalve minuut aanhouden. Is het niet je eerste bevalling bel dan wanneer je een uur lang weeën hebt die om de 4 à 5 minuten komen en een minuut tot anderhalve minuut aanhouden.
- Vruchtwaterverlies, wanneer de kleur van het vruchtwater groenig/bruin is, bel ons dan altijd meteen. Is de kleur van het vruchtwater helder en het is overdag tussen 9.00 en 20.00 uur dan bel je ons ook. Breken je vliezen in de avond of in de nacht en het vruchtwater is eveneens helder, probeer dan gewoon te gaan slapen. Bel ons dan de volgende ochtend, tenzij je regelmatige weeën krijgt zoals hierboven beschreven. Zie voor uitgebreidere informatie het kopje ‘gebroken vliezen’ hieronder.
- Helderrood bloedverlies evenveel of meer dan een menstruatie.
- Ongerustheid of paniek
Plaats van bevallen
Meer informatie
Plaats van bevallen
Je mag onder onze begeleiding bevallen vanaf 37 weken tot 42 weken zwangerschapsduur, mits er geen medische indicatie is. De keus waar je wilt bevallen is, zolang de zwangerschap en bevalling ongecompliceerd verlopen, aan jou en je partner. Als er van tevoren een medische indicatie is, waardoor het advies is in het ziekenhuis te bevallen, dan bespreken wij dat met jullie.
De bevalling kan het beste plaatsvinden op een plek waar jij/ jullie je prettig voelen en in een rustige sfeer. Wanneer je gaat bevallen op de plek waar jij je het prettigst voelt en het meest ontspannen bent dan verloopt de bevalling vaak het beste. Kies dus voor de plek waar jullie je op je gemak voelen, of dit nu thuis is of in het ziekenhuis. Wij vragen tijdens de zwangerschap waar jouw/jullie voorkeur naar uit gaat. Mocht je niet weten waar jouw voorkeur naar uit gaat dan geeft dat niets. Je mag tijdens de bevalling bekijken hoe je je voelt. Het eerste gedeelte van de ontsluiting zal je in ieder geval thuis zijn. Mocht je dan van gedachten veranderen en toch ineens thuis willen blijven of juist naar het ziekenhuis willen gaan, dan kan dat. Het is namelijk niet mogelijk van te voren een kamer te reserveren, je weet immers niet wanneer je gaat bevallen.
Soms gaat de bevalling zo snel dat verplaatsing geen optie meer is. Het is goed om te weten dat wij altijd alle benodigdheden voor een veilige thuis bevalling bij ons hebben, denk hierbij aan instrumenten, zuurstof en medicatie, zo zijn we voorbereid op de eerste opvang, ook in noodsituaties.
Als je gezond bent, je zwangerschap zonder complicaties verloopt en je bij eventuele eerder bevallingen ook geen complicaties gehad hebt, dan kun je kiezen voor een thuisbevalling. Voor gezonde zwangeren is thuis bevallen heel veilig. Medisch gezien is er dan ook geen voordeel om in het ziekenhuis te bevallen. Tijdens de bevalling zal de kraamverzorgende ons assisteren bij de begeleiding van je bevalling. Na de bevalling zorgt de kraamverzorgende dat je bed verschoond wordt, helpt ze je jezelf op te frissen en zorgt ze dat alles weer netjes opgeruimd is. Het is dan heel fijn dat jullie in alle rust kunnen genieten, zonder nog de auto in te hoeven.
Er is een kans dat je toch naar het ziekenhuis moet tijdens de bevalling. Medische redenen hiervoor kunnen bijvoorbeeld zijn meconiumhoudend, het niet vorderen van de baring of langdurig gebroken vliezen. Gelukkig is er zelden (3,8%) sprake van spoedeisende indicaties. Wij gaan bij overdracht altijd mee naar het ziekenhuis. Wanneer het mogelijk is en je in de laatste fase van de bevalling zit, dan blijven wij ook bij je om jou en je partner te ondersteunen. De medische zorg is dan de verantwoordelijkheid van de gynaecoloog.
Bij de keuze voor een thuisbevalling is het belangrijk na te gaan of je woonsituatie aan de veiligheidseisen voldoet. Twijfel je of je thuis mag bevallen bespreek dit dan met ons tijdens je zwangerschapscontrole.
Kies je voor een verplaatste thuisbevalling dan huur je een kamer in het ziekenhuis voor de bevalling. Informeer bij je verzekeraar of je hiervoor een eigen bijdrage moet betalen. Wanneer je op eigen wens in het ziekenhuis wilt bevallen, begin je de bevalling ook gewoon thuis. Wij komen altijd eerst bij je thuis controles doen en bekijken dan wanneer we naar het ziekenhuis kunnen gaan. Bij ongeveer 5 cm ontsluiting gaan we naar het ziekenhuis, tenzij we de geboorte van jullie kindje op korte termijn verwachten, dan gaan we eerder. Als de bevalling zonder complicaties verlopen is, mogen jullie snel na de bevalling weer naar huis. Soms is het medisch gezien noodzakelijk de zorg over te dragen aan de gynaecoloog. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat het kindje in het vruchtwater heeft gepoept (meconiumhoudend vruchtwater) of de baring niet vordert. Wanneer het mogelijk is en je in de laatste fase van de bevalling zit, dan blijven wij bij je om jou en je partner te ondersteunen. De medische zorg is dan de verantwoordelijkheid van de gynaecoloog.
In sommige gevallen kan er sprake zijn van een medium-risk bevalling. Dit betekent medisch gezien het advies is dat je in het ziekenhuis bevalt, maar dat wij nog steeds je bevalling kunnen begeleiden. In dit geval worden de kosten van je bevalling volledig vergoed door je zorgverzekeraar. Afhankelijk van de medische reden, kan het zijn dat jij en je kindje langer in het ziekenhuis dienen te blijven na de bevalling.
Als je voor de bevalling al bent overgedragen aan de gynaecoloog dan beval je medisch. Dit is bijvoorbeeld zo als je een hoge bloeddruk hebt of als je bij je eerste bevalling een keizersnede hebt gehad. Wij bespreken dit ook altijd met je op het spreekuur.
Dit betekent dat je direct het ziekenhuis belt als je bevalling is begonnen. Helaas zijn wij tijdens de bevalling dan niet aanwezig, wij zien elkaar weer als je kindje geboren is.