De meeste klachten in de zwangerschap komen voort uit het anders functioneren van je lichaam door de vele hormonen. Dit komt door het groter worden van de baarmoeder en het zwaarder worden van je baby. Geen enkele zwangerschap is hetzelfde en daardoor kun je iedere zwangerschap anders ervaren en andere klachten hebben. Hieronder geven wij een overzicht van de meest voorkomende klachten met tips en adviezen.
Moeheid
In de eerste drie maanden, maar ook later in de zwangerschap kun je je (erg) moe voelen. Je hebt bijvoorbeeld meer behoefte aan slaap. Geef daar aan toe. Die moeheid wordt veroorzaakt door de toename van progesteron. Soms kan moeheid veroorzaakt worden door bloedarmoede. Om die reden bepalen wij een aantal keer in de zwangerschap je ijzergehalte. Dit doen wij door middel van bloedonderzoek. Wanneer bloedarmoede de oorzaak is van de moeheid kunnen wij dit hiermee vaststellen.Bandenpijn en groeipijn in de onderbuik
Vanaf dat je zwanger bent, groeit je baarmoeder snel. Hierdoor kun je allerlei onschuldige klachten krijgen. Te denken valt aan stekende pijn, een zwaar gevoel in je onderbuik of een zeurend gevoel. De klachten zijn bovendien te verklaren door de snelle groei van de baarmoeder en het oprekken van de spieren en gewrichten. De baarmoeder hangt aan banden in de buikholte. Ook deze banden rekken op en door de groei komt er meer spanning op te staan. De klachten die dit veroorzaakt noemen we bandenpijn. Vooral bij vermoeidheid zijn de klachten erger. Een warme douche of kruik op de buik kan helpen. Later in de zwangerschap kun je last krijgen van de lange banden aan de zijkant. Deze bandenpijn geeft vaak een scherpe, stekende pijn die langer kan duren. Hierbij kan ook een warme douche of warme kruik verlichting geven. Deze klachten zijn normaal en kunnen geen kwaad voor je zwangerschap.
Misselijkheid
In de eerst drie tot vier maanden kun je misselijk zijn en overgeven. Niet eten maakt de misselijkheid vaak erger. Beginnen met een licht ontbijt en het eten van meerdere kleine, lichte maaltijden verspreid over de dag kan de klachten verminderen. Kies voor de voeding die je goed verdraagt. Vaak zijn dit crackers, een appel of ander fruit of een bakje yoghurt. Ben je extreem misselijk, probeer dan vooral zoete dingen te eten en/of te drinken. Kun je echt niets binnenhouden, dan adviseren we je contact op te nemen met je huisarts. Die kan je urine controleren op ketonen om te bepalen hoe ernstig de situatie is.Stemmingswisselingen
Tijdens en na de zwangerschap kun je stemmingswisselingen (prikkelbaarheid, somberheid, moeite met concentreren of juist overmatig blij zijn) ervaren. Het kan gaan om bijvoorbeeld zorgen over de balans tussen zwanger zijn en je werk of je relatie. Ook angst voor de bevalling of zorgen over de gezondheid van je baby kunnen een belasting vormen. Het is belangrijk dat je je vrij voelt deze zorgen openlijk te delen. Wanneer het nodig is, kunnen wij je doorverwijzen naar een gespecialiseerde zorgverlener.Brandend maagzuur
Je kunt last krijgen van brandend maagzuur. Grote maaltijden, drukte en sommige voedingsmiddelen zoals koffie, sinaasappelsap, zoet, pittig en vet eten kunnen de klachten verergeren. Het is verstandig bij klachten deze producten te vermijden Het kan eveneens zinvol zijn je eetpatroon aan te passen en frequentere kleinere maaltijden gedurende de dag te nuttigen. Pas je dagritme aan. Wanneer je, ondanks alle aanpassingen veel last blijft houden van maagzuur, dan zijn er medicijnen die kunnen helpen zoals Antagel of Rennies.Moeizame ontlasting
Tijdens de zwangerschap kan het spijsverteringsstelsel onder invloed van de hormonen trager gaan werken. Hierdoor kan het zijn dat je minder vaak en soms ook hardere ontlasting hebt. Wanneer je ijzertabletten slikt, worden deze klachten vaak erger. Vezelrijke voeding (rauwkost, fruit en volkoren producten) eventueel met toevoeging van zemelen, bevorderen de stoelgang. Daarnaast is het van belang voldoende te drinken, gemiddeld twee liter per dag en voldoende te bewegen. Heb je echt last van obstipatie en helpen deze adviezen niet, neem dan contact op met je huisarts.